Rob van Ginneken. (Foto: Marco ter Beek)
Rob van Ginneken. (Foto: Marco ter Beek)

“Slimme techniek opent de weg naar een toekomst zonder ongevallen”

Column

Het is alsof je een nieuwe wereld bent binnengewandeld. Onvoorstelbaar boeiend als je een béétje technologie-bloed in de aderen hebt. Je zou denken dat de ‘elektrificatie’ alles overheerst, maar het is intrigerend om te zien dat juist elektronica, software en online functies voor de ontwikkelingschefs veel belangrijker zijn. 

Toyota-ontwikkelingstopman James Kuffner voldoet bij onze kennismaking op het Kenshiki toekomstforum totaal niet aan het beeld van de klassieke techneut. Bij de R&D-chef is geen olievlekje te bespeuren, zogezegd. Kuffner komt dan ook uit de nieuwe wereld van Silicon Valley. Zijn basis ligt in robotica en software. Zijn denkwereld is anders en zijn horizon veel breder dan het ‘tekenen’ van nieuwe automodellen.

Sinds een tijdje geeft hij leiding aan de ontwikkeling van Woven City, een intrigerend ontwikkelingsproject vlak bij Mount Fuji. Daar verrijst de stad van de toekomst, waar mens en mobiliteit op geheel nieuwe manieren samengaan. Geholpen door zelfrijdende voertuigen die soms voor transport onderaards actief zijn. Geen sciencefiction, want de stad verrijst inmiddels daadwerkelijk. Een multi-miljardeninvestering waarmee Toyota zijn nek ver uitsteekt. Zoals ze dat ooit ook deden met de lancering van hun hybride Prius.

De grote concerntopman Akio Toyoda geeft zeer verrassend aan jongere managementgeneraties door. Hij is naar Japanse begrippen nog ‘piep’ (66) maar maakt zo de weg vrij voor een rigoureuze transitie van autofabrikant naar ‘mobiliteitsprovider’. 

James Kuffner wordt een van de voortrekkers. 

“Ik ben heel optimistisch over die toekomst. Ik heb dertig jaar gewerkt met robotics, autonoom rijden, kunstmatige intelligentie en software. Maar er is geen mooiere tijd dan deze. Software first, dat is de rode draad. Vergelijk het met de smartphone. Het zal minder gaan om het apparaat dan wat je er aan software in stopt. Dat was trouwens nodig ook. In Silicon Valley wisten we al dat het moeilijk is om een auto te bouwen, maar nog heel veel moeilijker om die te programmeren. Bij de komende modelgeneraties zal het eerst over de software gaan en dán over de auto die daaromheen past.”

Kuffner hielp ooit bijj Google hun eerste zelfrijdende auto’s ontwikkelen. Nota bene op basis van de Toyota Prius hybride. 

“Erg lastig te programmeren, maar wel met een lekker grote accu en dat was belangrijk omdat de kofferbak vol computers stond. Ik werk nu zeven jaar bij Toyota aan een nieuwe start met digitale technologie en de waardeketen van software. Intelligente systemen die vooral ook aan de veiligheid bijdragen.”

Het blijkt zijn grote bron van inspiratie. 

“Mijn grootvader heb ik door een ongeval nooit leren kennen. In een moderne auto was dat niet gebeurd. Elk jaar komt een miljoen mensen in het verkeer om, veelal door een menselijke fout. Door met durf te investeren en ‘snel lerende’ technologie uit te rollen kunnen we daar wat aan doen. Dat gaat veel verder dan alleen de auto. Juist dát beproeven we in Woven City.”

Een veelbelovende toekomst…

Door Rob van Ginneken