Directeur John Bes tekent voor twee jaar extra bij Almere City FC

Hij weet precies wat hij wil bereiken, directeur John Bes van Almere City FC. En belangrijker: hij weet precies hoé hij het gaat bereiken. John Bes staat dit jaar vier jaar aan het roer van de eerstedivisieclub Almere City, maar ondanks zijn voornemen om deze functie maximaal voor vijf jaar aan te nemen, heeft hij alsnog voor twee jaar bijgetekend. “Ik ben hier nog niet klaar, er zijn voor Almere City nog zoveel mooie doelen te behalen. De club is zoals Almere zelf: jong, ambitieus én eigenwijs.”

Tekst: Berlinda Hendrikse
Foto: Mona Alikhah

“Het stond altijd al op mijn bucketlist om een voetbalclub te runnen”, vertelt Bes. “De combinatie van een bedrijf runnen en met sport bezig zijn, is zo uniek, dat is nergens anders mee te vergelijken.” Het voetbal werd Bes bijna letterlijk met de paplepel ingegoten. Als zoon van profkeeper Siem Bes raakte hij al jong besmet met de liefde voor de bal. “Ik ontdekte echter ook al snel dat ik zelf niet goed genoeg was om professional te worden, daarom besloot ik te me te gaan richten op evenementenorganisatie. Dat was wat ik leuk vond: mensen een fijne ervaring geven. Jarenlang heb ik bedrijven opgezet en geleid met als grootste doel: het combineren van ‘business & pleasure’ zowel voor de klant als voor mijzelf. Nog steeds is dit een van de belangrijkste drijfveren van Bes. Of het nu gaat om de 140 leden van de businessclub of om de sociale projecten waar de club zich met ‘Almere & The City’ voor inzet, zijn doel is altijd groter dan het eenvoudigweg winnen van de wedstrijd. “Natuurlijk zijn we ambitieus en willen we doorstomen naar de eredivisie, niets liever zelfs, maar er is meer dan winnen van een wedstrijd alleen. Ik heb de heilige overtuiging dat we een groter doel kunnen en moeten dienen, voor de stad, voor ondernemers, voor iedereen die in aanraking komt met Almere City.”

Lelijk eendje

“Alleen maar focus op willen winnen en groeien is te makkelijk. We hebben de laatste jaren laten zien dat we belangrijk zijn voor de stad zelf, voor de bedrijven in de stad en voor de mensen die in de stad wonen. Deze wisselwerking is zo sterk. Toen ik hier begon, ben ik als eerste de straat opgegaan om de mensen te vragen hoe ze de club vonden. Wat ik toen hoorde, was niet fraai. Almere City was het lelijke eendje van het betaalde voetbal, maar ook het lelijke eendje van de stad. Het had een imago dat niet overeenkwam met haar identiteit, eigenlijk net als de stad zelf. De overeenkomsten waren duidelijk. Zowel de stad als de club kampten met dezelfde problematiek, maar daardoor ook met dezelfde mogelijkheden. Een negatief imago, maar volop de mogelijkheden om te groeien en kansen genoeg om die groei te bereiken. Ik besloot stad en club samen te laten komen in een platform voor activiteiten die goed waren voor beiden. De naam van het platform, Almere & the City, sprak voor zichzelf. Om te beginnen ben ik de beleidsnota van de gemeente op gaan vragen en heb daarin alle ambities, problemen en uitdagingen bekeken die de stad had en die wij als club ook belangrijk vonden. Ik zag direct mogelijkheden. Obesitas onder kinderen, eenzaamheid onder ouderen, multiculturele uitdagingen. Hieruit zijn allemaal sociale projecten ontstaan waar wij als Almere City iets kunnen betekenen voor de stad Almere”, vertelt Bes.

Almere City was het lelijke eendje van het voetbal, én het lelijke eendje van de stad ‘Operatie Anders’

Op basis van al deze mogelijkheden werd het vijfjarenplan ‘Operatie Anders’ geschreven. Al snel werd duidelijk wat de speerpunten van de jongste voetbalclub van Nederland moesten worden: jong, ambitieus én eigenwijs zijn. “Net als hoe Almere zelf is. Almere is de jongste stad, wij zijn de jongste club. We mogen daarom ook de jonge hond zijn, het anders doen dan de gevestigde orde. Sterker nog, dat is een voorwaarde. We vragen van al onze medewerkers om altijd deze drie speerpunten in de gaten te houden. Bij alles wat we doen, vragen we ons eerst af: hoort het bij ons? Is het jong? Is het ambitieus? En is het eigenwijs? Fouten maken hoort daarbij, sterker nog, fouten maken moet. Als er niks fout gaat, is er simpelweg te weinig geprobeerd, hebben we te weinig onze nek uitgestoken.” Om de gewenste groei van de club structureel te kunnen monitoren zijn er door Bes twintig KPI’s (Key Performance Indicators) opgesteld. Deze KPI’s zijn op maandag op de televisieschermen zichtbaar voor iedereen. Doelstelling is om ieder seizoen op alle segmenten met minimaal één eenheid te groeien.. “Zo is voor iedereen duidelijk wat de twintig doelen zijn en wat de status is van deze doelen. En dat werkt, vertelt Bes. “Iedereen houdt het clubdashboard in de gaten en het is mooi om te zien hoe we er ieder seizoen in slagen om het op al die gebieden weer beter te doen.

Businessclub

Dezelfde filosofie geldt voor de leden van de actieve businessclub die de club aan zich verbonden heeft. Wie denkt dat de businessclub alleen bestaat uit handjes schudden en visitekaartjes uitdelen, snapt het gedachtegoed van Bes niet. “Ook hierin zijn we als club jong en eigenwijs. We willen het anders doen dan andere (business)clubs en moeten een meerwaarde zijn voor onze leden. Wat we bijvoorbeeld doen is voor elke wedstrijd een diner organiseren dat elke keer door een andere lokale horecaondernemer wordt verzorgd. Die diners zijn zonder uitzondering volgeboekt. Verder faciliteren we sport voor onze businessclubleden in de vroege ochtenduren. Elke dag bieden we een andere sport aan waarbij wij onze accommodatie en professionals inzetten om de deelnemers te begeleiden . Op een prettige manier combineren we daardoor zakelijke en sportieve doelstellingen hetgeen in goede aarde valt bij de leden. Datzelfde geldt voor het jaarlijkse programma ‘Afvalluh’ waarbij de deelnemende businessclubleden gezamenlijk zoveel mogelijk kilo’s moeten verliezen binnen tien weken. “Binnen Afvalluh komt alles samen waar de club voor staat; creativiteit, saamhorigheid, plezier, doorzettingsvermogen en winnen’.

Onderscheiden

Voor de komende twee jaar wil Bes de businessclub uitbreiden met zeker nog vijftig leden. “Maar dat doen we wel zorgvuldig. Leden moeten bij de club passen en andersom. We onderscheiden ons daarin van andere clubs. We willen geen open deur zijn waar iedereen binnenloopt en na een paar maanden via de achteruitgang de club weer verlaat. Bedrijven kunnen zich alleen aansluiten als je echt bij ons en ons gedachtegoed past. Dat zorgt ervoor dat leden ook veel langer blijven en wellicht nooit meer weggaan. Zo kunnen we samen het verschil maken voor en door elkaar en de club naar nog grotere hoogten stuwen.”

We wachten we niet op de gemeente. Almere City gaat dóór Gemeente

“Precies dat omhoog stuwen doen we ook met onze voetballers. We verwachten dat ze zich aansluiten bij de kernwaarden van de club. De spelers zullen zich ook buiten de lijnen moeten ontwikkelen. Zo runnen zij hun eigen sociale projecten in de stad. Dat werkt, want zo betrekken we de spelers optimaal bij hetgeen waar de club en stad voor staat en maken we ze medeverantwoordelijk.” Over de samenwerking met de gemeente is Bes gematigd positief. “We hebben absoluut dezelfde doelstellingen, alleen een andere manier van werken. Soms frustreert mij dat wel, de traagheid van het ambtelijk systeem. Maar we laten ons er niet door tegenhouden. We weten wat voor impact wij als betaald voetbalclub kunnen hebben voor stad en regio en als het kan dan moet het. We wachten daarbij op niemand, wat niet wel zeggen dat we alle hulp niet kunnen gebruiken. In dat kader is het mooi om te zien dat steeds meer bedrijven en organisaties op uiteenlopende manieren willen bijdragen aan Almere & the City. Dat de gemeente dit (nog) niet doet is jammer, maar betekent niet dat wij niet doorgaan met het nog gezonder, slimmer, veiliger en gezelliger Almere”. 

Participatiepenning

Bes vervolgt: “Almere City gaat dóór. Binnenkort is onze nieuwe tribune af, dan hebben we een capaciteit van 4.500 mensen in het stadion. En we zijn genomineerd voor De Participatiepenning als onderdeel van De Flevopenningen, onderscheidingen speciaal voor Flevolandse ondernemingen. Dat zijn zaken waar we als club enorm trots op zijn want die visualiseren onze groei. Een groei die Almere uiteindelijk moet geven wat het verdient; een solide eredivisieclub.”