De IJmeer-verbinding volgens de plannen van Jerome Adema. (Artist Impression: Jerome Adema Architects)
De IJmeer-verbinding volgens de plannen van Jerome Adema. (Artist Impression: Jerome Adema Architects)

College wil geen weg, maar metrolijn als IJmeerverbinding

Algemeen

De toekomstige IJmeerverbinding moet bij voorkeur een metroverbinding worden, zonder een (auto)weg daarbij. Dat is in ieder geval het voorstel dat het college aan de gemeenteraad doet. Momenteel wordt onderzoek gedaan naar de verbinding die Almere met het Amsterdamse IJburg moet verbinden. 

De gemeente wil het stadsdeel Pampus pas ontwikkelen als die IJmeerverbinding er komt. Het college kiest daarbij voor een IJmeer-metroverbinding zonder IJmeerweg. Dit wordt binnenkort voorgelegd aan de gemeenteraad. 

In het onderzoek Amsterdam Bay Area (ABA) wordt de ontwikkelopgave in de Oostflank MRA onderzocht, waaronder de ontwikkeling van Almere (Pampus) en een IJmeerverbinding. De afronding van het onderzoek moet leiden tot een integrale ‘Ontwikkelstrategie ABA’. Ook kan de ontwikkelstrategie helpen bij het agenderen van Almere Pampus en de IJmeerverbinding in de lopende kabinetsformatie. De ambitie is om hierna zo snel mogelijk over te gaan tot een verkenning.

Ondernemers teleurgesteld

De ondernemers verenigd in het VBA, vinden een IJmeerverbinding met fiets en autoverkeer ‘meer dan noodzakelijk’, zo laten zij weten. “De hoofdwegen naar de A6, zoals de Hogering en de Poortdreef zijn al zwaar belast en het duurt niet lang meer of we kunnen hier een overbelasting tegemoet zien.”
De VBA is teleurgesteld dat zij niet door het College is betrokken bij de afwegingen. “Tenslotte vertegenwoordigd de VBA een belangrijke deel van de Almeerse economische motor. Er wordt in dit plan totaal geen rekening gehouden met het feit dat Almere en Amsterdam onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden en dat een optimale bereikbaarheid van essentieel belang is voor het bedrijfsleven om zich te gaan vestigen in Almere. Laten we er vanuit gaan dat de raad een betere afweging maakt en meer partijen raadpleegt bij de besluitvorming.”