Afbeelding
AlmereZaken

Belastingplan 2015 heeft gevolgen voor bedrijven

Algemeen

Alle elektronische vormen communicatie beschermd in Grondwet. Het huidige brief-, telefoon- en telegraafgeheim wordt vervangen door het brief- en telecommunicatiegeheim. Nu zijn ondernemers beschermd tegen onrechtmatige inzage in de inhoud van communicatie door de overheid als er wordt gecommuniceerd via brief, telegraaf of telefoon. Straks ook als er wordt gecommuniceerd via e-mail of social media. Maar: politie en inlichtingen- en veiligheidsdiensten hoeven zich met deze nieuwe wet onder bepaalde voorwaarden niet meer aan het brief- en telecommunicatiegeheim te houden. De datum van invoering is nog niet vastgesteld.
Bedrijfsleven moet mensen met arbeidsbeperking aan baan helpen. Met de Participatiewet komt er met ingang van 1 januari één regeling voor mensen, die een opstap nodig hebben naar de arbeidsmarkt. Nu is dat nog geregeld in de Wet werk en bijstand (WWB) en de Wet sociale werkvoorziening (Wsw). In de periode 2015 - 2017 moeten er 5.000 extra banen bijgekomen zijn voor mensen met een arbeidsbeperking. Worden de aantallen niet gehaald, dan komt er een wettelijke quotumregeling voor bedrijven met 25 werknemers of meer.
Er komen 35 regionale werkbedrijven. Deze zorgen voor plaatsing van mensen bij een bedrijf en begeleiding op de werkplek. Ook bepalen zij samen met de ondernemer de loonwaarde van de werknemer. Het verschil tussen de loonwaarde en het wettelijk minimumloon krijgt men van de overheid terug. Dit gebeurt in de vorm van een loonkostensubsidie.
Brug-WW voor omscholing. Als er arbeidstekorten zijn en er wordt een werkzoekende aangenomen die in een andere sector overtollig is, kan de omscholing van de nieuwe werknemer betaald worden uit de Werkloosheidswet (WW). Deze Brug-WW moet werkzoekenden makkelijker en sneller aan het werk helpen waar een tekort is.
Einde College van Beroep. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) en de Centrale Raad van Beroep (CRvB) worden opgeheven. Hiermee gaat het aantal hoogste bestuursrechters omlaag van drie naar één. Zaken die nu door het College van Beroep voor het bedrijfsleven worden behandeld, worden straks behandeld door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Zaken die nu door de Centrale Raad van Beroep worden behandeld, worden straks behandeld door de vier gerechtshoven.
Energiebelasting stijgt. De tarieven van de energiebelasting op aardgas en elektriciteit in de tweede en derde schijf gaan omhoog, al is de exacte datum nog niet bekend. De verhoging van de tweede schijf op aardgas geldt niet voor het verlaagde energiebelastingtarief voor de glastuinbouw. Wordt anders energie geleverd dan via een aansluiting op het netwerk, bijvoorbeeld met zonnepanelen? Dan betaalt straks in alle gevallen de leverancier de energiebelasting en niet de verbruiker.
Bescherming voor flexwerkers. Per 1 januari treden maatregelen in werking, die flexwerkers beter beschermen. Zo mag in tijdelijke contracten van maximaal zes maanden geen proeftijd meer worden opgenomen. Dat geldt ook voor een aansluitend contract. In tijdelijke contracten mag alleen bij bijzondere omstandigheden een concurrentiebeding worden opgenomen. In eht contract moet worden gemotiveerd welke ‘zwaarwichtige bedrijfs- of dienstbelangen’ een concurrentiebeding vereisen.
Heeft een medewerker een contract voor bepaalde tijd van zes maanden of langer dat automatisch eindigt? Dan moet de werkgever uiterlijk één maand voor het einde van het contract schriftelijk aan de werknemer laten weten of het contract wel of niet wordt verlengd. Voor minderjarigen (jonger dan 18) die die maximaal twaalf uur werken gelden de ketenbepaling en de transitievergoeding niet. De nieuwe regels gelden alleen voor arbeidscontracten die op of na 1 januari 2015 zijn afgesloten. De wijziging van de ketenbepaling gaat in per 1 juli 2015.
Levensloopregeling. Met de levensloopregeling kunnen werknemers een deel van hun brutosalaris sparen. Hiermee financieren ze in de toekomst een periode van onbetaald verlof zoals langdurend zorgverlof; sabbatical; ouderschapsverlof; educatief verlof; verlof voorafgaand aan het pensioen; overig onbetaald verlof. Als de werknemer het levenslooptegoed wil opnemen, heeft hij daarvoor toestemming nodig. Dat geldt niet voor ouderschapsverlof en langdurend zorgverlof. Naar verwachting geldt per 2015 de 80%-regeling voor opname van het overgebleven levenslooptegoed. Als het hele tegoed ineens wordt opgenomen, wordt over 80% belasting geheven. De levensloopregeling is per 2012 afgeschaft. De levensloopregeling blijft alleen bestaan voor deelnemers die op 31 december 2011 minimaal € 3.000,- (inclusief rendement) op hun levensloopregeling hadden staan.
Nieuwe regels ontslag. De ontslagprocedure verandert per 1 juli. Werkgevers volgen de procedure bij UWV, gaan naar de kantonrechter of laten het ontslag toetsen door een sectorcommissie. Welke procedure wordt gevolgd, hangt af van de reden van het ontslag. Als de werknemer schriftelijk instemt met het ontslag, hoeft geen van deze procedures te worden gevolgd. De werknemer krijgt hierbij twee weken bedenktijd. In die tijd kan de werknemer advies vragen en zijn instemming herroepen.
Voor bedrijfseconomisch ontslag en ontslag wegens langdurige arbeidsongeschiktheid volgt men de procedure bij UWV. Als UWV niet akkoord gaat, mag men de werknemer niet ontslaan. Werkgevers kunnen dan de kantonrechter om ontbinding van de arbeidsovereenkomst vragen. Gaat UWV wel akkoord? Dan mag de werknemer worden ontslagen. De werknemer kan de kantonrechter vragen om herstel van de arbeidsovereenkomst.
Is de arbeidsverhouding met een werknemer verstoord? Dan is ontbinding van de arbeidsovereenkomst een mogelijkheid. Ga ook naar de kantonrechter als de werknemer bijvoorbeeld niet goed functioneert.
Een werknemer die AOW ontvangt ontslaan? En is de arbeidsovereenkomst aangegaan voor het bereiken van de AOW-leeftijd? Dan is hiervoor geen toestemming nodig van UWV of de kantonrechter.
Het wordt mogelijk het ontslag te laten toetsen door een sectorcommissie. Deze mogelijkheid moet in een collectieve arbeidsovereenkomst (CAO) worden vastgelegd.
Omgevingsrecht wordt aangepast. Het omgevingsrecht wordt gebundeld, vereenvoudigd, gemoderniseerd en versoberd in een Omgevingswet. Dit moet zorgen voor snellere en goedkopere besluitvorming; betere oplossingen voor maatschappelijke opgaven; betere besluitvorming met meer transparantie voor initiatiefnemers en belanghebbenden; vereenvoudiging van regels door aansluiting bij wat in Europese regels verplicht is gesteld en schrappen van overbodige regels; meer flexibiliteit en een betere aansluiting op de praktijk. Het wordt straks eenvoudiger vergunningen aan te vragen. Procedures voor vergunningen gaan van 26 naar acht weken. Maar liefst vijftien bestaande wetten - zoals de Warenwet, de Crisis- en herstelwet en de Wet ruimtelijke ordening - gaan op in de nieuwe Omgevingswet. Van ongeveer 25 andere wetten gaan de onderdelen over omgevingsrecht over naar de nieuwe wet. De Wet ammoniak en veehouderij en de Wet geurhinder en veehouderij verdwijnen. De wijziging gaat naar verwachting in per 1 januari 2018.
Pensioenregeling voor zzp’ers. Er komt 1 januari een vrijwillige collectieve pensioenregeling voor zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) met de mogelijkheid vrijwillig in- en uitstappen. ZZP’ers bepalen zelf hoeveel zij periodiek inleggen. Bij arbeidsongeschiktheid kan het inkomen uit het vrijwillig opgebouwd pensioen eerder worden opgenomen, zonder het betalen van revisierente. Doet men een beroep op de bijstand? Dan telt het pensioen dat vrijwillig is opgebouwd, niet (meer) mee als vermogen. Voor ex-werknemer die na ontslag zzp’er worden. Zij hebben straks negen maanden de tijd om te beslissen of zij hun pensioenopbouw bij het pensioenfonds vrijwillig voortzetten. Een beleggingsinstelling zonder winstoogmerk voert de pensioenregeling uit.
Sneller dienstverband tijdelijke medewerkers. Door wijziging van de ketenbepaling krijgt de medewerker per 1 juli eerder een vast dienstverband. Volgen tijdelijke arbeidscontracten elkaar binnen zes maanden op? Dan ontstaat na een periode van twee jaar (nu 3 jaar) of bij een vierde contract een vast dienstverband. Nu mag dat nog bij een arbeidscontract van drie maanden.
Transitievergoeding bij ontslag. Ontslaat u een medewerker (tijdelijk of vast) die minimaal twee jaar bij u in dienst is? Dan betaalt u uw medewerker per 1 juli een transitievergoeding. Om een andere baan of beroep te krijgen, gebruikt uw medewerker deze vergoeding voor (om)scholing naar ander werk of outplacement. De transitievergoeding is afhankelijk van het aantal jaren dat uw medewerker bij u in dienst is geweest. Per gewerkt dienstjaar krijgt hij één derde maandsalaris als vergoeding. Is hij langer dan tien jaar in dienst dan krijgt hij vanaf het tiende dienstjaar een vergoeding van een half maandsalaris per dienstjaar. Is uw medewerker 50 jaar of ouder? En heeft hij tien jaar of langer bij u gewerkt? Dan krijgt hij vanaf het tiende dienstjaar een vergoeding van één maandsalaris per dienstjaar. Dit geldt niet als u minder dan 25 werknemers in dienst hebt. De transitievergoeding is maximaal € 75.000, tenzij uw medewerker meer dan € 75.000 verdient. Dan is de vergoeding maximaal één jaarsalaris. Werkgevers hoeven geen transitievergoeding te betalen wanneer het ontslag het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de medewerker, als de medewerker onder de 18 jaar is en maximaal twaalf uur werkt en ook niet als de werkgever de werknemer ontslaat als hij inmiddels 18 jaar is, als hij de pensioengerechtigde leeftijd heeft, bij faillissement, surseance van betaling of als u in de schuldsanering zit. Is het ontslag ernstig verwijtbaar aan de werkgever of de werknemer? Dan kan de rechter een ontslagvergoeding vaststellen die hoger of lager is dan de transitievergoeding.
Afschaffing werkbonus. De werkbonus wordt afgeschaft. Eerst voor nieuwe gevallen, daarna helemaal. Heeft u of uw werknemer nu recht op de werkbonus, dan blijft dit zo. Per 1 januari 2018 wordt de werkbonus helemaal afgeschaft. De maatregel is onderdeel van de begrotingsafspraken 2014.
Werkkosten regeling wordt eenvoudiger. Bij de werkkosten regeling (WKR) vervalt het keuzerecht tussen het systeem van vrije vergoedingen en verstrekkingen en de werkkosten regeling. Alleen de werkkosten regeling bestaat nog. De vrije ruimte gaat omlaag van 1,5% naar 1,2% van het totale fiscale loon. Voor gereedschappen, computers, mobiele communicatiemiddelen en dergelijke apparatuur geldt straks het noodzakelijkheidscriterium. Als de werknemer deze spullen zonder meer nodig heeft om zijn werk te doen, kan de werkgever deze verstrekken zonder fiscaal rekening te hoeven houden met het privévoordeel van de werknemer. Het onderscheid in fiscale behandeling tussen computers, smartphones en tablets verdwijnt. Voor de zakelijke iPad geldt niet langer de ‘zakelijke gebruikseis’.
Wijzigingen in de WW. Werknemers mogen nu in het eerste half jaar van de werkloosheid zoeken naar werk op hun eigen opleidings- en werkniveau. Daarna wordt ook werk op een lager opleidingsniveau als passend aangemerkt. De maximale duur van de WW-uitkering wordt korter. Straks is dit maximaal 24 maanden. Werkgevers kunnen in een collectieve arbeidsovereenkomst (cao) met de werknemers afspraken vastleggen over aanvullingen op de WW.
Bron: Ondernemersplein.nl

Afbeelding
Afbeelding